The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Luister naar wat Goeroedev zei

Goeroedev zei dat er vier dingen zijn om dagelijks over te mediteren en drie dingen om te doen.

De vier dingen om over te mediteren zijn: het lijden dat eigen is aan deze wereld, de dood, de glorie van de Ultieme Werkelijkheid en de wijzen die ons zijn voorgegaan.

De drie dingen om te doen zijn: het overwinnen van ondeugden, het ontwikkelen van deugden en een offer maken van de vruchten van ons leven.

Vier dingen om over te mediteren

Het lijden is, zoals gezegd, eigen aan deze wereld. Niemand ontsnapt eraan. Het is een grote dwaasheid te vergeten dat dit de wereld is en dat we hier maar pelgrims zijn. Dit is de eerste meditatie.

De dood is een zekerheid. We weten alleen niet wanneer ze komt. Soms komt ze als een dief in de nacht. Soms komt ze als een verademing na onnoemelijk veel lijden. Soms is iemand dood voor hij er erg in heeft. De Yoga Soetra zegt in boek II:

16. Heyam doehkham anaagatam.

Het lijden dat nog moet komen kan worden vermeden.

17. Drashtri drishyayoh samyogo heya hetoeh.

De oorzaak van wat kan worden vermeden is de vereenzelviging van de Ziener met het geziene.

Als je je vereenzelvigt met je lichaam en je geest en met allerlei relaties overkomt je wat je lichaam, je geest en die relaties overkomt. Doorbreek dus de vereenzelviging. Dit wordt bereikt in de Zelfverwerkelijking of de staat van verlichting. Het belang van deze soetras (aforismen) van Patanjali kan niet worden overschat. Dit is de tweede meditatie.

Aan de basis van alles wat verandert en vergaat is er een onvergankelijke Werkelijkheid. Ze wordt verheerlijkt in tal van Schriften. Ze wordt aanbeden in tal van religies. Ze ligt buiten het bereik van de geest en de spraak (Shankara:

avaangmanasaagocharam: niet te meten met de spraak en de geest), maar ze is benaderbaar door meditatie (dhyaanagamyam) en Zelfbewustzijn (gnyaanagamyam). Ze is het oog van je oog, het oor van je oor. Ze is de kracht die het vuur doet branden en die de wind doet waaien. Ze is de kracht die de adem in en uit doet stromen, die de zintuigen naar de zintuiglijke voorwerpen doet gaan. Ze is dichterbij dan je eigen kransslagader. Ze is dichterbij jou dan jijzelf. Ze is in alles aanwezig, zoals olie in zaad, zoals boter in melk, zoals vuur in hout. Je kunt er geen relatie mee hebben, want hoe kun je een relatie hebben met dat wat je bent? Dit is de derde meditatie.

Talrijke wijzen zijn ons voorgegaan. Ze hebben geworsteld met dezelfde problemen. De Schriften zijn de belichaming van hun wijsheid. Als je je in hun onderrichtingen verdiept, zullen ze je inspireren en verheffen. Denk niet: "Dit is niet voor mij. Ik kan dit niet." Niemand is te min. Niemand is hopeloos. Je gebondenheid is er geen van muren en tralies. Je gebondenheid zit gewoon tussen je oren. Meditatie over het leven en het werk van de wijzen is de vierde meditatie.

Drie dingen om te doen

Het overwinnen van ondeugden is het eerste. De onzuiverheid van de geest is een hindernis. Om je geest en je hart te zuiveren schreven ze Karma Yoga voor. Karma Yoga is de Yoga van de Bhagavad Gietaa. Dit is Krishna's onderricht aan zijn discipel Arjoena. Arjoena is een krijger. In het begin van de Gietaa laat hij zijn boog vallen en zegt hij: "Ik zal niet vechten." Hij is een besluiteloos wrak. In het laatste vers van het achttiende of laatste hoofdstuk wordt hij Dhanoerdhara, Houder van de boog, genoemd. Hij weet wat hem te doen staat en hij doet het ook, maar zonder doenerschap.

In boek IV van de

Yoga Soetra zegt Patanjali:

7. Karmaashoeklaakrishnam yoginas trividham itare-shaam.

Het karma van de Yogi is wit noch zwart, dat van anderen is drieërlei.

Karma betekent: handeling en vrucht van handeling. De mens is totaal onvrij op het gebied van de vruchten van zijn handeling. Je kunt bijvoorbeeld een fles jenever uitdrinken, maar je kunt niet beletten dat je dronken wordt. Het karma van de doorsnee mens is goed of slecht of gemengd: wat hij doet is lovenswaardig of verwerpelijk of het is een mengeling van beide. Dat het karma van de Yogi kleurloos is, betekent dat hij handelt zonder er de vrucht van te verwachten en dat zijn daden hem niet binden.

Een tweede hindernis is de rusteloosheid van de geest. Die kan worden overwonnen door systematische concentratie-meditatie op dat wat zonder naam en vorm is, maar als bekleed met naam en vorm. Een moeder wier zoon als soldaat in Afghanistan dient, weet dat haar kind altijd in gevaar is. Zijn foto staat op de kast. Ze brandt er een kaars voor. Ze kan haar kind niet horen of zien, want hij is ver weg. Ze moet het stellen met zijn foto. Ze weet: "Het is maar papier", en niet het papier is dierbaar. Zodra hij thuiskomt, kan ze de foto opbergen. Ze heeft dan het echte ding. Zo is het ook in meditatie.

De laatste hindernis is de Zelfvervreemding. Ze kan worden overwonnen door Gnyaana Yoga, de Yoga van de Zelfkennis, die vertrekt van de vraag: "Wie ben ik?" Dit is een vraag die tot op de bodem moet worden uitgespit.

Het tweede ding om te doen is het ontwikkelen van deugden. We kregen allerlei talenten mee. Ze moeten worden ontwikkeld. Of zoals Jezus zei: "Plaats je licht niet onder de korenmaat." Hij illustreerde het ook met zijn parabel over de talenten.

Het derde ding om te doen is een offer maken van de vruchten van ons leven. Het verschil tussen mens en dier is het intellect. Een dier is ervan verstoken. De mens onderscheidt zich door zijn intellect. Maar dat doet hij niet altijd op een constructieve manier. Als hij zijn ik of ego achter zijn intellect zet, wordt het een demonisch iets. De oude wijzen zeiden dat de mens zijn intellect moet gebruiken ten dienste van anderen. Ze noemden dit paropakaar.